Behandeling

Hoefmechanisme

Hoefverzorging is een essentieel onderdeel bij het houden van een paard, we gebruiken het paard immers om het te laten lopen. Hoeven zijn van grote invloed op het bewegingsapparaat en dus de algemene prestaties. Wanneer de hoef groeit, verandert de pas. Dit heeft te maken met het feit dat de achterste hoefhelft (de verzenen) meer slijt dan de voorste helft (de teen, toon). Wanneer het paard zijn hoef neerzet, wordt deze onder druk van het belasten breder en platter. Wanneer een voet wordt opgetild, wordt deze in zijn geheel weer smaller bij de wegvallende druk. Hierdoor wordt de bloedsomloop gestimuleerd en vangt een hoef het gewicht veerkrachtig op. Dit fenomeen noemen we het “hoefmechanisme”. Wanneer de hoef groeit, verandert de beenstand.

Anatomie van de ondervoet

  1. pijpbeen
  2. kootbeen
  3. kroonbeen
  4. hoefbeen
  5. sesambeen
  6. straalbeen
  7. kootgewricht
  8. kroongewricht
  9. hoefgewricht
  10. slijmbeurs straalbeen
  11. tussenpees
  12. oppervlakkige buigpees
  13. diepe buigpees
  14. sesamschede
  15. proximale ophangband straalbeen
  16. distale ophangband straalbeen
  17. strekpees
 

Hoe vaak is hoefbehandeling nodig?

Gemiddeld elke zes tot tien weken dient uw paard bekapt en eventueel beslagen te worden om te zorgen dat de hoeven in optimale conditie blijven. Dit kan echter per dier verschillen. Zaken als leeftijd, voeding, waar het dier voor wordt ingezet (zoals sport), beenstand, het model van de hoef, de kwaliteit van het hoorn, eventuele afwijkingen en het weer, spelen allen een rol.

Wanneer worden hoefijzers aangeraden?

Enkele voorbeelden waar hoefbeslag wenselijk is:

– De hoeven slijten sneller dan ze groeien. Bijvoorbeeld door veelvuldig lopen op verharde ondergronden en/of een trage groei van het hoorn.

-De mogelijkheid bieden om proppen te draaien voor wedstrijden in het buitenseizoen. Hiermee heeft het dier meer grip op een natte of zachte bodem.

– Het paard veel last heeft van brokkelhoeven en/of scheuren. Het ijzer beschermt de hoef zodat deze de gelegenheid heeft om netjes af te groeien.  

– Het paard gevoelige voeten/hoefzolen heeft. Dit is vaak duidelijk te merken wanneer het dier over een onregelmatige ondergrond loopt, bijvoorbeeld bij steentjes die tegen de hoefzool drukken. Deze paarden hebben doorgaans baat bij een lederen zool tussen het ijzer en de hoef. Dit werkt tevens schokdempend;

– Het paard een afwijking heeft waardoor de hoeven bijvoorbeeld scheef afslijten en uit balans raken. Denk ook aan pijnlijke gewrichten, peesproblemen, kraakbeenverbening etc.

Er zijn tal van ziektes en afwijkingen ván of in correlatie met de hoeven, die d.m.v. het juiste beslag voor het individu kunnen worden gecorrigeerd, verholpen of verlicht.